Alfa Laval Benelux gecertificeerd als Top Employer Nederland 2017

Alfa Laval Benelux in Breda wordt erkend voor het uitstekende personeelsbeleid van het bedrijf.

Het jaarlijkse internationale onderzoek van het Top Employers Institute erkent wereldwijd toonaangevende bedrijven die uitstekende arbeidsvoorwaarden bieden, ondersteuning geven voor de ontwikkeling van talent op alle niveaus binnen het bedrijf en ernaar streven om de werkomstandigheden continu te verbeteren. De resultaten van dit jaarlijkse onderzoek in Nederland zijn net aangekondigd. Alfa Laval Benelux heeft de certificering Top Employer Nederland 2017 op zak.

In het kader van de Top Employers procedure moeten de deelnemende bedrijven een uitgebreid onderzoeksproces doorlopen: het internationale HR Best Practices Onderzoek van het Top Employers Institute. Hierin onderzoekt men het totale HR pakket dat aan de medewerkers wordt geboden, gaande van basis arbeidsvoorwaarden en werkomstandigheden tot performance-managementprogramma’s en de cultuur van de organisatie. Om de geldigheid van het proces te waarborgen worden alle antwoorden door een onafhankelijke partij aan een audit onderworpen.

“We zijn vooral verheugd dat Alfa Laval Benelux reeds bij onze eerste deelname aan het certificeringsprogramma erkend wordt als Top Employer 2017”, zegt Kristof Truyens, HR Manager Benelux bij Alfa Laval. “Het behalen van deze erkenning onderstreept dat we met ons HR-beleid een plaats verwerven binnen de lijst van bedrijven in Nederland die voldoen aan de door Top Employers gestelde wereldwijde norm. Dat bevestigt dat we op de goede weg zijn”.

Thijs Peddemors, Managing Director van Alfa Laval Benelux vervolgt: “Wij hechten veel belang aan het creëren van een plezierige en inspirerende werkomgeving die onze medewerkers de mogelijkheden en de ruimte biedt om zowel op professioneel als op persoonlijk vlak te blijven groeien. Het is een voortdurend proces en de erkenning van het Top Employers Institute is voor ons bedrijf vooral een stimulans om kritisch naar onszelf te blijven kijken en het door ons ingezette beleid verder door te ontwikkelen”.